Dynamische schooldag
Wij streven binnen het lesrooster naar een dynamische schooldag. Dit is een schooldag die afwisselend, actief en gevarieerd is ingericht, zodat leerlingen niet de hele dag stilzitten en alleen maar luisteren of schrijven. Het doel is om meer betrokkenheid te brengen in het leerproces.
Kenmerken van een dynamische schooldag:
🧠 Afwisseling tussen activiteiten: denk aan korte instructiemomenten afgewisseld met zelfstandig werk, groepswerk, spel of bewegen.
🏃 Beweging geïntegreerd in de dag: bijvoorbeeld rekenspelletjes waarbij leerlingen moeten lopen of springen, of korte beweegpauzes tussen lessen.
🎨 Ruimte voor creativiteit en expressie: zoals muziek, drama, beeldende vorming of projectmatig werken.
🌳 Leren buiten het klaslokaal: buitenlessen, de moestuin in, excursies of de omgeving rondom de school benutten.
🧍♂️🪑Flexibel klaslokaal: leerlingen hoeven niet de hele dag te zitten; er is ruimte voor staand werken, In de toekomst willen we ook werken met zitballen.
🤝 Meer autonomie voor leerlingen: leerlingen kiezen soms zelf in welke volgorde of op welke manier ze hun opdrachten doen.
Waarom is het waardevol?
- Het bevordert concentratie en motivatie
- Het past beter bij verschillende leerstijlen
- Het draagt bij aan fysieke en mentale gezondheid
- Het maakt leren leuker en betekenisvoller
Handelingsgericht werken
Op onze school werken we vanuit de principes van handelingsgericht werken. Op deze manier geven wij invulling aan passend onderwijs, zodat wij tegemoet kunnen komen aan de verschillen tussen leerlingen.
De zeven uitgangspunten van handelingsgericht werken worden toegepast (Pameijer, Van Beukering & De Lange, 2009):
Uitgangspunt 1:
De onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal. Wat hebben leerlingen nodig om een bepaald doel te behalen? Denk aan specifieke instructie en feedback, extra leertijd of uitdaging.
Uitgangspunt 2:
Afstemming en wisselwerking: Het gaat om de wisselwerking tussen leerlingen, leerkracht, school en ouders. Hoe goed is de omgeving afgestemd op wat leerlingen nodig hebben?
Uitgangspunt 3:
Leerkrachten realiseren passend onderwijs. Het is de leerkracht die ’t doet. Maar, wat heeft hij/zij hiervoor nodig, wat zijn diens ondersteuningsbehoeften?
Uitgangspunt 4:
Positieve aspecten van kind, leerkracht, groep, school en ouders zijn nodig om ambitieuze doelen te stellen en om een succesvol plan van aanpak te maken en uit te voeren.
Uitgangspunt 5:
Samenwerking tussen leerkrachten, leerlingen, ouders, interne en externe begeleiders is noodzakelijk om een effectieve aanpak te realiseren. Dit vergt constructieve communicatie tussen betrokkenen; samen analyseren zij de situatie, formuleren ze doelen en zoeken ze naar oplossingen.
Uitgangspunt 6:
Doelgericht werken: het team formuleert korte en lange termijn doelen voor het leren, de werkhouding en het sociaal-emotioneel functioneren van alle leerlingen en evalueert deze in een cyclus van planmatig handelen.
Uitgangspunt 7:
De werkwijze is systematisch, in stappen en transparant. Het is betrokkenen duidelijk hoe de school wil werken en waarom. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, hoe en wanneer.
De individuele mogelijkheden worden geobserveerd, getoetst en geregistreerd, om daar daadwerkelijk mee aan de slag te gaan. Vanuit de mogelijkheden van de leerlingen worden instructiegroepen.